Bron: Terdege Magazine, 4 augustus 2021
Vrijwel heel Rouveen bestond uit keuterboeren. Schaalvergroting en ruilverkaveling veranderden de situatie. Het dorp mag conservatief heten, de agrarische bedrijfsvoering is er net zo modern als elders. Alleen Harm Bisschop melkt nog met de weidewagen. „We begonnen met zes koeien, op z’n meest hadden we er zo’n dertig.”
Recht en langgerekt loopt de Oude Rijksweg van Rouveen naar Staphorst. Parallel aan de A28, de verkeersslagader tussen Utrecht en Groningen. Twee rijkswegen die twee tijdperken symboliseren. De oude het tijdperk van rust binnen de regio, de nieuwe het tijdperk van haast binnen de natie.
Een zijtak van de Oude Rijksweg leidt naar de hoeve van Harm en Klaasje Bisschop, allebei 89 jaar oud. De wijzer van de klok staat nog royaal voor zeven uur, maar Harm is al in bedrijf. Elke morgen slingert hij om halfzeven de benen uit bed. Vroeger een uur eerder, maar vanwege de leeftijd ging hij het kalmer aan doen. Zijn kracht is ongebroken. Schijnbaar moeiteloos tilt hij twee kuipen met bikskorrels en een grote jerrycan met warm water op de aanhanger van zijn trekker, een Zetor 5211 uit 1998. Hij plaatst ze naast de kleine melktank en een omgebouwde melkbus, voor de opvang van spoelwater. Klokslag zeven uur rijdt hij het weiland achter zijn boerderij in, terwijl de regen gestaag blijft neerdalen.
Amper 200 meter verderop staan zijn veertien melkkoeien. De bejaarde boer, gehuld in een groene overall en een ribfluwelen pet op het hoofd, parkeert de trekker strak voor de overdekte weidewagen. Als een jonge kerel springt hij uit de cabine. Nadat biks en spoelwater naar de weidewagen zijn verplaatst, verbindt hij de melkslangen van de wagen aan de melktank op de aanhanger. Dan verwijdert hij het touw tussen het weiland waar de koeien grazen en de melkplek. Gehoorzaam sjokken de dieren achter hem aan. Het geluid van de neervallende biks in de voerbakjes is een probaat lokmiddel voor de twijfelaars.
Gewillig nemen de eerste vier koeien plaats in de weidewagen, twee aan elke kant. Met een kniebeschermer om het rechterbeen knielt Bisschop neer om de tepelvoeringen van de melkstellen over de spenen van de dieren te plaatsen. Meest Maas-Rijn-IJsselvee van eigen fok. Namen heeft hij zijn koeien nooit gegeven. „Ik ken ze allemaal, daar heb ik geen namen voor nodig.”
Stier
Vanuit de melkstellen wordt het witte vocht door een vacuümpomp naar de tank op de aanhanger gezogen. „Tot 1984 hebben we met bussen gemelkt”, vertelt de Sallandse boer. „Toen kwam de tank en kochten we onze eerste weidewagen. Later kwam deze overdekte wagen, dan sta je ook bij nat weer mooi droog.”
Het rustieke geluid van de melkmachine wordt zo nu en dan overstemd door het geloei van een koe die buiten staat te wachten.„Kijk, als dit knopje naar beneden gaat, is de koe uit”, wijst Bisschop. „Ze krijgen bij mij enkel gras en biks. In die grote loopstallen mengen ze van alles en nog wat bij om de melkproductie te verhogen. Daar doe ik niet aan, ik boer nu voor de aardigheid.”
Beelden: Renate Bleijenberg-van Leeuwen
Lees hier het originele artikel van Terdege.
Het volledige artikel staat in Terdege nr. 23 van 4 augustus 2021 en mogen wij helaas (nog) niet publiceren.
Noot: in Rouveen zijn er nog 5 andere veehouders die melken in een weidewagen. Terdege is hier inmiddels van op de hoogte.