Bio-veehouder Buit: ‘Volop weidegang heeft prioriteit’
18-mrt-2025

Boerderij, 10 maart 2025

Voor Klaas Buit is weidegang geen discussie. “Het is voor ons prioriteit nummer 1”.  Nu moet Buit als biologisch veehouder ook weiden, maar hij maximaliseert dat. Jaarlijks krijgen zijn dieren zo’n 3.000 uur weidegang. Dat start met een dag of tien overdag weiden. Daarna schakelt hij over op dag en nacht weidegang. In het najaar bouwt hij in een dag of tien weer af.

Veel van de koeienmest komt in de weide terecht. “We rijden de laatst mest uit in augustus, zodat de putten leeg zijn. In het voorjaar is er dan genoeg mest in de put om de eerste snede te bemesten met zo’n 20 kuub per hectare. Meer komt er niet op.”

De veengrond levert veel stikstof. Met name in het najaar is de mineralisatie het hoogst. Dat leverde vroeger nog wel eens hoge melkureumgehalten op. .Voor biologische melkveebedrijven is sinds enkele jaren de stikstofexcretie van de koeien gekoppeld aan het ureumgehalte. Buit ondernam actie om dat te verminderen. “Tot vijf jaar geleden zaten we op een melkureum van 26 à 27. Om met name in het najaar het ureum te verlagen, voeren we geplette gerst in de weideperiode. In 2024 zaten we op een ureumgehalte van 22. Zonder die verlaging zou ik ook mest  moeten afvoeren.”

De benutting van het verse gras is lastig vast te stellen. “De KringloopWijzer rekent de benutting uit op de basis van de graskuilanalyses. De kwaliteit van het weidegras is dan afgeleide van de gemaakte kuilen. Dat geeft een vertekend beeld. Want graskuil is bij ons eigenlijk een restproduct. We weiden de eerste keer kort af. De tweede keer kijk ik meer of de koeien nog genoeg vreten. Dat is meer bepalend dan hoeveel er nog staat. Dat restproduct laten we uitgroeien en kuilen we in. Dat levert een hardere kuil met minder voederwaarde. En dat wordt dan weer gebruikt als maat voor de voederwaarde van vers gras. Dat is in mijn optiek niet wat de koeien echt aan voederwaarde krijgen,” zo meldt hij kritisch.

Buit meet in het weideseizoen elke maandag met een grashoogtemeter de hoeveelheid gras in de percelen. Hij voert de meetgegevens via wifi in het Ierse weidebeheersprogramma AgriNet. Dat maakt netjes zichtbaar hoe de stand van zaken is ten aanzien van het gewenste graslandgebruik, ofwel waar beweiden en waar op termijn maaien.

Omdat hij weidt met het elektronische Nofence,  kan hij – afhankelijk van de grasgroei – via gps de grootte aanpassen van de weide die de koeien mogen begrazen. “Zo krijgen de koeien elke 12 uur een nieuw stuk.”

Klaas Buit heeft een biologisch melkveebedrijf in Zwolle met 98 melk- en kalfkoeien en 9.000 kilo melk per hectare.