Bron: Boerderij, 19 september 2022
Melkveebedrijf Prins melkt sinds september drie koeien met meer dan 150.000 kilo melk. Dat is uitzonderlijk. De vennoten vertellen hoe ze dat doen.
Ten zuidoosten van de hanzestad Hasselt (Ov.) ligt het melkveebedrijf van familie Prins. “Mooie, gezonde koeien fokken, die lang meegaan, is onze passie”, vertelt Rutger Prins. “We doen een koe niet snel weg, ook al omdat oudere koeien meer melk geven.” De gemiddelde jaarlijkse melkproductie is 11.196 kilo per koe, de gemiddelde leeftijd van de veestapel 5 jaar en 2 maanden met een gemiddelde levensproductie bij afvoer van 45.000 kilo melk.
Sinds medio september 2022 melken de vennoten drie koeien met meer dan 150.000 kilo melk. De toppers zijn Ge28 (16 jaar), Kitty256 (16 jaar) en Johanna 61 (15 jaar), die tot 10 september zelfs 167.440 kilo melk had geproduceerd. De afgelopen jaren waren er in Nederland wel meer koeien met een levensproductie van meer dan 150.000 kilo melk. Maar drie koeien met zo’n hoge productie op één bedrijf is heel uitzonderlijk. “Het staat niet op zichzelf. We hebben al dertien koeien gehad die de grens van 100.000 kilo zijn gepasseerd en drie koeien met meer dan 10.000 kilo vet en eiwit.”
Koeien gezond houden
“We streven naar een hoge melkproductie, maar niet ten koste van de koegezondheid”, zegt Willeke Prins. Zij geeft aan dat Rutger een echte koeienboer is. “Hij zit er bovenop als het gaat om vroegtijdig signaleren van afwijkingen bij onze koeien. Zowel tijdens het melken als in de stal.” Rutger verricht alle koehandelingen zelf, zoals bijvoorbeeld klauwen bekappen en insemineren. “Een koe met een slag in de baarmoeder los ik meestal zelf op. Het liefst zou ik een keizersnede ook zelf doen, maar dat mag nu eenmaal niet”, lacht Rutger, die heel erg betrokken is bij zijn vee.
Op het bedrijf is de installatie van drie GEA-melkrobots in volle gang. “Het melken in de 2×10 zij-aan-zij melkstal duurt drie uur per keer. Dat kost te veel tijd die ik liever aan het koemanagement besteed”, zegt Rutger. “We gaan ook werken met CowScout om met sensoren zoveel mogelijk preventief te werken. Automatische monitoring van vruchtbaarheid en gezondheid helpt ons om koeien gezond te houden.” Vanaf de derde kalving, krijgen de koeien voor afkalven een Kexxtone-bolus om de kans op slepende melkziekte te verminderen. En na afkalven een Cal24-bolus met calcium voor een goede opstart.
Oudere koeien goed managen
Vaak is de gedachte dat oudere koeien veel trammelant geven met uier- en klauwgezondheid en dat je ze beter op tijd kunt afvoeren. Rutger en Willeke delen die opvatting niet. “Wij houden koeien graag lang aan, maar dat kan alleen met een goed management van oudere koeien. Dus veel controleren en preventief werken. Ons tankcelgetal is gemiddeld 120 tot 130 en ook de klauwgezondheid is goed. De meeste koeien gaan weg, omdat ze niet meer drachtig worden. Slechts een enkeling vanwege uier- of klauwgezondheid”, vertelt Rutger. Hij bekapt standaard de klauwen van koeien 50 dagen voor afkalven en zodra een koe kreupel loopt.
De vof gebruikt weinig droogzetantibiotica en heeft slechts een enkele koe met mastitis. Diepstrooiselboxen gevuld met gemalen stro met kalk verhogen het koecomfort en het droge ligbed helpt tegen mastitis. De koeien krijgen twee keer daags een energierijk basisrantsoen met graskuil, mais, bierbostel en maisvlokken. De krachtvoergift per koe is maximaal 10 kilo. “Omdat er in het verleden enkele koeien aan de nageboorte bleven staan, zijn we de droge koeien beter gaan voeren met gehamerd stro, bierbostel en Transitiebrok erbij en dat helpt”, ziet Rutger.
Jongveeopfok en fokkerij
In de jongveeopfok zetten de vennoten, met name Asje, ook de puntjes op de i. Uiteraard met goed biestmanagement en vanaf week 1 onbeperkt water en brok. “De eerste drie weken voeren we 4x daags 1,5 liter kunstmelk per keer en de melkperiode is 13 tot 14 weken. De kalveren krijgen Fok Super Luxe van Alpuro met 50% magere melkpoeder. We mengen daar maisvlokken doorheen”, vertelt Willeke. Ook is er veel aandacht voor hygiëne, schone hokken en melkemmers.
Het jongvee blijft tot een leeftijd van 8 maanden op het bedrijf, daarna gaan ze naar de buurman die ze verder opfokt. “Ik insemineer de pinken naar hun ontwikkeling, meestal rond 14 maanden oud. De gemiddelde afkalfleeftijd van de vaarzen zit op 23 maanden”, zegt Rutger. “De veevervanging is 20%. We selecteren vaarzen, zo’n twee tot drie maanden na afkalven, en verkopen op dat moment ook vrij veel vaarzen.”
Fokkerij
In de fokkerij zoekt het Overijsselse bedrijf koeien die goed in balans zijn, qua breedte, hoogte en diepte. “Onze veestapel staat gemiddeld met 84 punten ingeschreven. Een goed exterieur en een fraai uier zijn belangrijk, naast persistentie vanwege een tussenkalftijd van 430 dagen. Anticiperend op robotmelken, let ik ook wat meer op vierkante speenplaatsing en gehaltes”, vertelt Rutger. Zijn favoriete stier is Rubicon, maar ook Malki, Luster en Rednex zijn veelgebruikte stieren. “Een hoge levensproductie realiseren, is alleen mogelijk als je het goed wilt doen op alle onderdelen van de bedrijfsvoering”, concluderen de vennoten.
Bijschrift bij de foto’s:
- Om koeien gezond te houden, nemen de vennoten preventieve maatregelen, zoals het gebruik van een calciumbolus.
- Rutger Prins (34) heeft samen met zijn ouders Asje (63) en Herma (61) en zijn vrouw Willeke (31) een melkveebedrijf in Hasselt (Ov.). De vennoten streven naar oude koeien die veel melk produceren.
- Zicht op het melkveebedrijf.
- Rutger Prins insemineert zijn koeien zelf. Een goed exterieur, een fraai uier, gehaltes, persistentie zijn belangrijke fokdoelen.
- In de jongveeopfok zet met name Asje, ook de puntjes op de i. Hij let erg op hygiëne en zorgt voor een schone jongveestal.