ROUVEEN – Het is een bijzondere dag voor Rouveen Kaasspecialiteiten. Na 62 jaar lidmaatschap leveren de heer en mevrouw Bisschop (beiden 91 jaar) uit Rouveen de laatste melk. Op 28 december 1961 zette Harm Bisschop zijn handtekening onder de ‘Akte van toetreding als lid tot de Vereeniging’ voor het lidmaatschap van de Coöperatieve Zuivelfabriek ‘De Vlijt’. Sinds de fusie tussen ‘De Vlijt’ en ‘De Kleine Winst’ in 1987 tot de ‘Coöperatieve Zuivelfabriek ‘Rouveen’ u.a.’ werd de melk geleverd aan de Oude Rijksweg 395 in Rouveen. Eerst nog in bussen, later kwamen de melkrijders van Mulder Tanktransport twee à drie keer per week de melktank leeghalen. Binnenkort wordt de handtekening in het vakje ‘Akte van uittreding uit het lidmaatschap der Vereeniging’ van het oude ledenregister gezet, waarmee aan de jarenlange samenwerking definitief een einde komt. “Het is goed geweest,” aldus Bisschop.
Het lange lidmaatschap van de veehouder is uniek, maar past volgens directeur-bestuurder Klaas Hokse precies bij de coöperatie. “Persoonlijk contact met leden is voor ons erg belangrijk. Dit zorgt ervoor dat we ze kennen en dat leden zich thuis voelen bij ons.” Of Bisschop er wel eens aan gedacht heeft om lid te worden van een andere coöperatie? “Nee, Ik heb altijd het volste vertrouwen gehad in onze “dorpse” coöperatie, korte lijnen en je kende de mensen, en dat zorgde voor een fijne en prettige samenwerking. Door de jaren heen is er enorm veel veranderd, niet dat ik altijd blij werd van nieuwe regels, maar dat hoort blijkbaar nu eenmaal bij onze sector. En als we er niet helemaal uitkwamen met bijvoorbeeld wat computerwerk, dan kwam de adviseur veehouderijzaken langs om te helpen.” Onder het genot van een kop koffie werd dan even bijgepraat.
De laatste melkophaalronde gebeurde vandaag in stijl: Peter Mulder van Mulder Tanktransport en Klaas Hokse van Rouveen Kaasspecialiteiten kwamen samen aan op de RMO-auto. Ook voorzitter van de coöperatie Henk van Leusen en rayonhoofd Herman de Lange waren aanwezig. Taart en bloemen voor Bisschop en zijn vrouw en een kop koffie voor de gasten. “Het doet mij toch wel wat” zegt Harm, wanneer de laatste melk vanuit de melktank in de RMO wordt gepompt. “Maar er heerst ook een gevoel van oprechte dankbaarheid dat wij dit samen zolang hebben kunnen doen. Het zal rustiger worden, maar we hebben aanloop genoeg van onze negen kinderen en van de kleinkinderen. Vrijwel ons hele leven heeft het ritme van melken, voeren ander werk onze dagen bepaald, en was de RMO die het erf op kwam rijden een vertrouwd gezicht. Nu geen wekker meer om half zeven in de ochtend dat geeft rust en verder zien we wat de dag ons brengt,“ aldus Harm. “We hebben het al die jaren met veel liefde en plezier gedaan, maar aan alles komt een eind. Dat we dit zo samen kunnen afsluiten is iets om dankbaar voor te zijn ”.